Nederlanders zitten te veel. Dat doen ze vooral op werk en vervolgens ook nog eens thuis voor de buis. De Nederlander zit dan ook gemiddeld zeven uur of meer. Ter vergelijking; Belgen zitten maar 5,7 uur.

Het resultaat van al dat zitten is niet best. De afgelopen jaren wordt er steeds meer bekend over de verregaand gezondheidsconsequenties. Het Diabetes Fonds waarschuwt ervoor dat al dat zitten leidt tot een verhoogde kans op de ontwikkeling van diabetes type 2. Ook is er meer kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Zitten zou de kans op kanker met 66 procent kunnen verhogen zo bleek uit een onderzoek vorig jaar. En uit weer een ander onderzoek blijkt dat al dat zitten zelfs kan lijden tot vroegtijdig overlijden.

Eerste gezondheidsaanbeveling voor staan
We moeten dus méér staan. Hoeveel precies was nog niet bekend, tot begin vorige maand. Want een team van internationale gezondheidsexperts uit onder andere Amerika, Australië en Engeland vaardigde als eerste een reeks gezondheidsaanbevelingen uit voor meer staan op werk. Hun rapport werd 1 juni gepubliceerd in de British Journal of Sports Medicine. De aanbeveling werd geïnitieerd door de Britse overheidsinstelling Public Health England en Active Working CIC. Om tot de aanbeveling te komen, werden alle tot nog toe bekende onderzoeken en gegevens over de gevaren van te veel zitten eerst uitvoerig doorgespit.

Minstens twee uur
Werknemers moeten trachten om minstens twee uur gedurende de werkdag te staan, zo schrijven de experts. Dit hoeft niet direct aaneengesloten. Het kan ook beetje bij beetje: staan, lopen, ommetje wandelen, enzovoorts. Zolang je maar niet zit. Die twee uren moeten bovendien uitgebouwd gaan worden naar een gemiddelde van vier uur. ‘Dit is nog maar een eerste richtlijn,’ zegt John Buckley, hoogleraar Applied Exercise Science verbonden aan het Institute of Medicine van de University of Chester en hoofdauteur van het genoemde rapport. ‘We verwachten dat het met de tijd verder zal ontwikkelen. Met nog meer bewijsmateriaal kunnen we hopelijk nog preciezer zijn.’